Variatie in dier- en plant soorten is belangrijk voor een levende en productieve natuur. Sommige in het wild levende soorten in Nederland, zoals vleermuizen, gierzwaluwen en huismussen zijn kwetsbaar en hebben een goede bescherming nodig. Deze bescherming is geregeld in de Wet natuurbescherming.

Welke soorten zijn beschermd?

De Wet natuurbescherming kent drie beschermingsregimes voor in Nederland in het wild levende dieren en planten:

  1. Artikel 3.1 - Soorten uit de Vogelrichtlijn
  2. Artikel 3.5 - Soorten uit de Habitatrichtlijn
  3. Artikel 3.10 – Andere soorten (alleen nationaal beschermd)

Schade aan soorten

Ontheffing nodig?

Het is belangrijk dat u weet of een activiteit een overtreding van de wet tot gevolg heeft en welk effect dit heeft op beschermde soorten. Om na te gaan of u voor uw activiteit mogelijk een ontheffing nodig heeft, zijn de volgende stappen van belang.

Stap 1. Zijn er beschermde soorten aanwezig?

Een ecologisch deskundige(eksterne keppeling) kan het beste vaststellen of er beschermde planten of dieren aanwezig zijn op de locatie waar u  een activiteit wilt uitvoeren. Zijn er geen beschermde soorten? Dan hoeft u geen ontheffing aan te vragen. Tip: Bewaar het rapport van de deskundige, zodat u bij vragen dit bij de hand heeft.

Stap 2. Veroorzaakt uw activiteit negatieve effecten?

Uit het onderzoek van een ecologisch deskundige blijkt of er beschermde soorten aanwezig zijn. Deze deskundige kan ook aangeven of uw activiteit negatieve effecten heeft op deze soorten. Uw activiteit mag geen schadelijke effecten hebben op de aanwezige beschermde soorten.

Stap 3: Maak zoveel mogelijk gebruik van een vrijstelling of gedragscode.

Voor een aantal activiteiten gelden vrijstellingen voor bepaalde soorten. Zo kunnen voor beheer en onderhoud en ruimtelijke ingrepen door het Ministerie van LNV goedgekeurde gedragscodes(eksterne keppeling) van toepassing zijn. Ook in de provinciale verordening(eksterne keppeling) zijn een aantal vrijstellingen(eksterne keppeling) geregeld. Als u voor uw activiteit gebruik kan maken van een goedgekeurde gedragscode of de provinciale verordening is een ontheffing niet nodig.

Stap 4. Probeer schade aan beschermde soorten te voorkomen.

Hebben de werkzaamheden negatieve effecten op beschermde dieren of planten? Dan kunt u kijken of u uw activiteit zodanig kan uitvoeren dat effecten worden verminderd. U kunt hiervoor een ecologisch deskundige inschakelen om hier samen met u naar te kijken. Meestal kunt u negatieve effecten voorkomen door preventieve maatregelen te nemen (mitigerende maatregelen). Denk hierbij bijvoorbeeld aan het ontzien van de soorten en hun voortplantingsplaatsen of vaste rust- of verblijfplaatsen of het aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen tijdens de werkzaamheden. Voor een aantal soorten is een kennisdocument(eksterne keppeling) ontwikkeld waarin maatregelen ter voorkoming van negatieve effecten zijn opgenomen.

Overtreding en ontheffing nodig?

Indien u na het nemen van de voorgaande stappen niet kunt voorkomen dat verboden worden overtreden en er negatieve effecten zijn op beschermde soorten dan heeft u ontheffing nodig. U kunt de ontheffing rechtstreeks bij de provincie aanvragen via het indienen van het (digitale) aanvraagformulier. Als u nog een andere vergunning (bijvoorbeeld bouw- of aanlegvergunning) van een andere overheid (Rijk, provincie of gemeente) nodig heeft, kan ook ontheffing aangevraagd worden via een zogenaamde Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb). Deze Vvgb wordt aangevraagd door de overheidsinstantie waar u uw vergunning heeft aangevraagd. U heeft dan te maken met één procedure en ontvangt één vergunning voor meerdere aspecten.

Schade door soorten

Activiteiten kunnen soorten schaden, maar soorten kunnen soms ook u of uw eigendommen schaden. U mag alleen in veel gevallen dieren niet zomaar vangen en/of doden. Heeft u bijvoorbeeld schade aan bijvoorbeeld gewassen of is de volksgezondheid of de openbare veiligheid in gevaar door deze dieren? Dan kan in sommige gevallen een ontheffing worden aangevraagd.

Let wel op: Ontheffing voor schadeveroorzakende soorten kan veelal pas worden afgegeven op basis van een faunabeheer- en/of soortenbeheerplan. Zo geven wij veelal de ontheffing ten behoeve van schadebestrijding aan de Faunabeheereenheid Fryslân met een door de provincie goedgekeurd faunabeheerplan(eksterne keppeling). Ga dus eerst na of er al een ontheffing is verleend aan de Faunabeheereenheid Fryslân. Voor overlast van soorten binnen de bebouwde kom kunt u contact opnemen met uw gemeente of via het meldpunt vleermuizen en steenmarters(eksterne keppeling).

Hoe wordt een ontheffingsaanvraag behandeld?

De proceduretijd voor de behandeling van uw aanvraag is 13 weken, met een mogelijkheid tot een eenmalige verlenging van 7 weken. De procedure verloopt via de volgende stappen:

  • Indien u uw aanvraag  tijdens een vooroverleg met ons door wilt spreken, dan kunt u contact opnemen met de Frontoffice Wet natuurbescherming. Op deze manier bent u goed op de hoogte van de gegevens die wij van u nodig hebben. . Dit kan een procedure aanzienlijk versnellen.
  • U kunt uw aanvraag online indienen (link). Wilt u liever op een andere wijze uw aanvraag indienen? Dan kunt u het ingevulde aanvraagformulier per e-mail opsturen naar het e-mailadres wnb@fryslan.frl. Ook kunt u de aanvraag per post versturen.
  • Na binnenkomst van uw aanvraag sturen wij u een ontvangstbevestiging met een zaaknummer waaronder uw aanvraag is geregistreerd. Bij deze ontvangstbevestiging wordt ook een factuur meegestuurd voor het betalen van legeskosten(eksterne keppeling).
  • U krijgt digitaal of schriftelijk bericht van ons als uw aanvraag niet compleet is. Wij stellen u in de gelegenheid om uw aanvraag volledig te maken. De tijd die u krijgt om uw aanvraag compleet te maken wordt opgeteld bij de proceduretijd.
  • Wij beoordelen uw aanvraag inhoudelijk en toetsen deze aan de wettelijke eisen.
  • Wij verlenen het definitieve besluit. Op elk besluit kan bezwaar worden gemaakt. De zesweekse bezwaartermijn heeft geen opschortende werking. Dit houdt in dat u aan de slag kunt zodra de ontheffingstermijn in het besluit van start gaat.

Schadebestrijding 2017-2019

Sommige soorten kunnen schade aanrichten aan landbouwgewassen en/of flora en fauna. Om deze schade te voorkomen kan schadebestrijding nodig zijn. Hieronder kunt u meer informatie vinden over de ontheffingen onder de Wet natuurbescherming op basis waarvan schadebestrijding plaats kan vinden.

Ontheffingsgebied gebruik lichtbak vos

Open grote kaart (met meer informatie)(eksterne keppeling)

Contact

Indien u na het doorlezen van de informatie nog met vragen of onduidelijkheden zit, of als u een project in een vooroverleg met ons wilt doorspreken, neem dan contact met ons op. Dat kan via wnb@fryslan.frl of telefonisch: 058 - 292 89 95.