Soortenbescherming bij vellen houtopstanden/kapmelding
U wilt werkzaamheden gaan uitvoeren op een plek waar beschermde planten en dieren voorkomen of bent van plan om een kapmelding te doen? Het kan zijn dat u te maken krijgen met soortenbescherming en een ontheffing nodig heeft. Denk aan regels rondom het broedseizoen, jaarrond beschermde nesten en bomen waar vleermuizen in verblijven. Overtreding van de Wet natuurbescherming wordt gezien als een economisch delict.
Ontheffing of vrijstelling
Voor een aantal werkzaamheden heeft u geen ontheffing nodig. Daarvoor kunt u een vrijstelling krijgen. Het gaat om werkzaamheden die vaak voorkomen of voorspelbaar zijn, zoals groenonderhoud binnen een gemeente. Deze vrijstelling en de voorwaarden van de vrijstelling staan in een gedragscode natuurbescherming.
Lees meer over welke soorten beschermd zijn en wanneer u een ontheffing nodig heeft.
Broedseizoen
De nesten van alle vogelsoorten zijn tijdens het broedseizoen beschermd. Een boom met een (beginnend) nest erin mag u daarom ook niet kappen. De periode van het broedseizoen is afhankelijk van de broedperiode van de betreffende vogel. Globaal is het broedseizoen van maart tot augustus. Een aantal uitzonderingen hierin zijn bijvoorbeeld de kerkuil en de roek. Naast dat hun nest jaarrond is beschermd, beginnen zij al in januari/februari met het bouwen van een nest.
Jaarrond beschermde nesten
Van een aantal vogelsoorten zijn de nesten het gehele jaar door beschermd, ook als de vogels niet aanwezig zijn bij de nestplaatsen. Bomen met daarin een jaarrond beschermd nest, bijvoorbeeld van roeken, kerkuilen en buizerds, mogen niet zonder ontheffing worden gekapt. Ook bomen in de directe omgeving van een jaarrond beschermd nest moeten vaak blijven staan om de beschutting en veiligheid van het nest te waarborgen. Wanneer er nesten in de bomen worden aangetroffen, dient er ecologisch onderzoek uitgevoerd te worden door een onafhankelijk ecologisch adviesbureau.
Vleermuizen
Bomen met holtes, scheuren of loszittende schors kunnen door vleermuizen als vaste rust- en verblijfplaats worden gebruikt. Deze verblijfplaatsen zijn onder de Wet natuurbescherming beschermd. Bij het doen van een kapmelding dient men gericht ecologisch onderzoek uit te laten voeren. Daarnaast volgen vleermuizen om zich te oriënteren lijnvormige landschapselementen zoals bomenrijen. Wanneer een bomenrij een vleermuisverblijfplaats verbindt met een gebied waar vleermuizen voedsel zoeken, kan kap mogelijk in strijd zijn met de Wet natuurbescherming.
Andere diersoorten
Naast bovengenoemde beschermde natuurwaarden kunnen bomen, houtwallen en struiken ook nog een belangrijke functie hebben als vaste rust- en verblijfplaats of voedselbron voor uilen, eekhoorns, boommarters, dassen en insecten. Dassen krijgen in februari, soms zelfs al in januari, een nest jongen in hun kraamburcht. Wanneer dit verdwijnt door kap, is dit een overtreding van de Wet natuurbescherming.
Mocht u hierover vragen hebben, neem dan contact op met Team Groene Regelgeving. Dit kan via 058 - 292 89 95 of via wnb@fryslan.frl.