Goede autoverlichting houdt in dat het technisch in orde is, maar ook dat je de verlichting juist gebruikt in verschillende (weers)omstandigheden en verkeerssituaties. In dit artikel vind je een overzicht van punten waarop jij je autoverlichting kunt controleren om te beoordelen of deze technisch in orde is:

  • Branden je lampen?
  • Gebruik je de juiste lampen voor je auto?
  • Zijn jouw koplampen goed afgesteld?
  • Zijn je lampen schoon?

1. Branden je lampen?

Allereerst: werkt je verlichting eigenlijk wel? Het is vaak handig als iemand met je meekijkt. Terwijl één persoon in de auto de verlichting inschakelt, kan de ander buiten controleren of alle verlichting goed functioneert. Ben je alleen? Geen probleem: je kunt je lampen ook controleren door naar de weerspiegeling in een (winkel)raam te kijken of ze te richten op een muur in het donker.

In onderstaande afbeelding zie je welke lampen moeten werken.

In deze tekening wordt aangegeven welke lampen moeten werken

Moet er een lamp vervangen worden? Soms kun je dit zelf doen, maar bij nieuwere auto’s is dat vaak niet meer mogelijk. In dit artikel deelt garagemanager Erik Jager handige informatie en praktische tips. 

2. Gebruik je de juiste type lamp?

De meeste auto’s maken gebruik van gloeilampen, dat zijn meestal halogeenlampen die een helder licht produceren. Tegenwoordig worden auto’s ook steeds vaker uitgerust met xenonverlichting, die een fel wit licht geeft. LED verlichting is inmiddels standaard in achterlichten en richtingaanwijzers, en wordt ook steeds populairder als dimlicht. LED lampen hebben een zeer lange levensduur en verbruiken minder stroom.

Maar welke type lamp heb je nodig? Dat varieert per auto. Raadpleeg daarom het instructieboekje van je auto om te achterhalen welk type lamp je zou moeten kopen (bijvoorbeeld H1, H4 of H7). Kies het juiste type, want andere lampen kunnen leiden tot verkeerde lichtreflecties in de koplampen waarmee je andere weggebruikers verblindt.

3. Staan jouw koplampen goed afgesteld?

Ook met verkeerd afgestelde koplampen loop je het risico andere weggebruikers te verblinden. Uit onderzoek van de ANWB blijkt dat dit zelfs de grootste ergernis van weggebruikers is.

Er zijn meerdere oorzaken voor een onjuiste afstelling. Het kan zijn dat je bij het vervangen van de lampen iets hebt geraakt waardoor de afstelling is aangepast. Om dit te herstellen, is speciaal gereedschap van je autogarage nodig. Een verkeerde afstelling kan ook veroorzaakt worden door een zware lading achterin. In dat geval helt jouw auto iets naar achter waardoor de lampen te hoog schijnen. Sommige auto's corrigeren dit automatisch, terwijl bij andere voertuigen een handmatige aanpassing nodig is. Vaak via een knop aan de linkerkant van het stuur.

Dus, als je jouw kofferbak vol hebt geladen, je achterbank maximaal bezet is, of als je een aanhanger of fietsenrek achter je auto hebt gekoppeld, is het belangrijk om te controleren of de afstelling automatisch is gecorrigeerd of dat je dit zelf moet doen. Dit kun je testen door op ongeveer 20 meter afstand van een muur of (winkel)raam te staan en de reflectie van je koplampen te beoordelen.

4. Zijn je lampen schoon?

Zoals in het interview met Kees van de ANWB naar voren kwam, is vooral tijdens de oogstperiode de kans groot dat er veel modder op de weg ligt. Het is dan extra belangrijk om aandacht te besteden aan je koplampen, want vuil op de koplampen kan de lichtopbrengst aanzienlijk verminderen, soms zelfs tot wel 80%. Daarnaast bemoeilijkt vuil op de koplampen de warmteafvoer. Dus zorg voor schone koplampen voor een maximale lichtopbrengst én goede warmteafvoer wat de levensduur van de lampen verlengt.

Weet je wanneer je welke verlichting moet voeren?

Naast het controleren of je autoverlichting technisch in orde is, is het ook van belang om te weten in welke (weers)omstandigheden of verkeerssituaties je welk soort verlichting moet voeren. Daarover lees je alles in dit artikel.