Verduurzaming kost miljarden, er is meer nodig dan subsidie

De stijgende energieprijzen én de strengere milieueisen zorgden ervoor dat ze bij Friese dorpshuizen en andere sociale ontmoetingsplaatsen in de gaten kregen dat het hoog tijd werd om te verduurzamen. Maar wie gaat dat voor je doen en waar klop je aan voor de benodigde financiering? Theo Andreae van Doarpswurk neemt die coördinerende rol graag op zich, hij ziet zijn organisatie als het “oliemannetje” van de kleine kernen. 

Kun je kort beschrijven wat de rol van Doarpswurk is en wat DW voor ontmoetingsplekken kan betekenen? 

“Doarpswurk bestaat al vijftig jaar en heeft een rijke historie opgebouwd in de ondersteuning van dorpshuizen en dorpsverenigingen. Je zou Doarpswurk kunnen zien als het oliemannetje voor deze organisaties, omdat we de routes kennen om tot verbeteringen te komen. In de praktijk komt het er op neer dat we helpen bij het binnenhalen van de subsidies voor verschillende projecten. De huizen en verenigingen zien we als het sociale goud van de kleine kernen in Friesland, en als we die willen beschermen zullen we de panden waarin de mensen samenkomen moeten verduurzamen. Het is noodzakelijk voor het milieu, met de afspraken die in het Klimaatakkoord van Parijs staan, maar zeer zeker ook om de energiekosten te drukken. Met de gestegen energieprijzen van de afgelopen jaren is het onontkoombaar geworden om te verduurzamen.”

Vanuit KlimOp hebben jullie 2 opdrachten gekregen om ontmoetingsplekken te ondersteunen bij de verduurzaming. Kan je aangeven waaruit jullie ondersteuning bestond? 

“We zien onszelf als de regisseur voor de verschillende dorpshuizen, en als het op verduurzaming aankomt heb je al snel te maken met allerlei Willie Wortels, met techneutje A en techneutje B die allemaal iets kunnen. Nu twijfel ik niet aan de kunde van de techneuten, maar komt de hulp van Doarpswurk wel van pas bij het inplannen van een gefaseerde verduurzaming. Er komt veel geld kijken bij de totale verduurzaming van een pand, en dus moet dat in fases gebeuren, omdat er geen geld is om alles in een keer te doen. Maar de besturen van organisaties zitten vaak maar een paar jaar en vinden het moeilijk om over hun eigen graf heen te regeren; ze moeten een verduurzaming inplannen die langer zal gaan duren dan hun eigen zittingsperiode. Daar kunnen wij helpen. Daarnaast zijn we de verbindingsofficier tussen de dorpshuizen en de verschillende instanties, dus de provincie of het rijk en zorgen we ervoor dat de plannen gereed zijn voor de verstrekking van subsidies.” 

Waarom is verduurzaming van ontmoetingsplekken zo belangrijk? 

“Omdat we deze plekken toekomstbestendig moeten maken, omdat we er voor moeten zorgen dat er in de toekomst gezonde exploitatie plaatsvindt. Zo hebben we in Fryslân 260 dorpshuizen en al die huizen zijn het eigendom van de dorpen zelf. De wijkcentra in de steden zijn eigendom van de gemeente, en dus kun je je voorstellen dat een dorpshuis een heel andere plek inneemt in de gemeenschap; daar zit een andere emotie achter. Wat wel eens wordt vergeten is dat een sociale ontmoetingsplek als een dorpshuis of buurtcentrum een belangrijke rol kan spelen in het te lijf gaan van de problemen in de zorg. De komende jaren wordt er – mede door de dubbele vergrijzing – een explosie verwacht in de vraag naar zorg. Informele zorg zal bij dat vraagstuk een alsmaar grotere rol kunnen gaan spelen om deze vraag te kunnen beantwoorden. Daarnaast wordt er eveneens een gigantische toename verwacht in het aantal mensen wat geconfronteerd wordt met dementie. De reguliere zorg – zo is de inschatting – kan al deze vraag niet aan. Dorps- en buurthuizen kunnen een belangrijke rol vervullen daar waar het gaat om het ondersteunen en faciliteren van informele zorg. Het gaat daarbij niet om de inhoudelijke specialistische zorg, maar om de zorg voor en om elkaar. Naast het organiseren en faciliteren daarvan kan het daarbij ook een preventief karakter hebben. Mede daardoor zullen dergelijke ontmoetingsplaatsen – zeker in plaatsen en dorpen waar verder geen voorzieningen zijn – steeds belangrijker worden.” 

Welke uitdagingen/knelpunten signaleren jullie? 

“Ik zeg het al jaren en zal het ook hier doen: ik geloof dat het hoog tijd is voor een Friese Energie Lening, dus een liefst rentevrije lening voor maatschappelijk vastgoed-eigenaren. Want verduurzaming vraagt forse investeringen en je kunt de gaten niet louter opvullen met subsidies; dit is een project dat over miljarden gaat. In Groningen, Drenthe en in andere provincies is er ook zo’n leenstelsel, waarmee je de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed, dus kerken, musea, buurthuizen enzovoort kunt financieren. Eigenaren krijgen dan een som geld en lossen dat, inclusief een lage rente af, waardoor er ook weer geld bij dat fonds binnenkomt om nieuwe projecten te beginnen. Daarnaast moeten we ook niet vergeten dat de meeste sociale ontmoetingsplaatsen door vrijwilligers worden gerund en dat die het soms lastig vinden om de weg van de verduurzaming in te slaan omdat er veel geld mee gemoeid is; ze willen niet dat de vrijwilligers die over een paar jaar aan het roer zitten in de problemen komen omdat er voorheen een weg is ingeslagen. Ook is de rol van de bestuurder van zo’n organisatie vaak diffuus: op papier heet zo iemand een ‘bestuurder’, maar in de praktijk staat zo iemand op zaterdagavond achter de bar biertjes te tappen. Kortom, dat zijn niet meteen mensen die een nieuwe, gewaagde koers in slaan. En vergeet ook niet de effecten die corona op het vrijwilligersbestand van sociale ontmoetingsplaatsen heeft gehad: er zijn veel mensen in die tijd vertrokken als vrijwilliger, en die zijn nadien niet meer teruggekomen. Terwijl je die mensen hard nodig hebt omdat er wel het een en ander bij een verduurzamingsproject komt kijken.” 

Het borgen van de kennis over verduurzaming is een belangrijk onderdeel van KlimOp. Hoe borgt DW deze kennis? 

“Op de eerste plaats door de duurzaamheidsadviseurs die aan de projecten verbonden zijn uit te nodigen voor bijeenkomsten en er zo voor te zorgen dat de opgedane kennis gedeeld wordt. Daarnaast organiseren we webinars en wisselen de federaties van dorpshuizen informatie uit over de verduurzamingsprojecten. Het was ook niet zo dat we voor KlimOp van start ging niks aan verduurzaming deden, maar het heeft het flink gestimuleerd. En dat hopen we te kunnen blijven doen, al zal het op een lager pitje komen te staan als KlimOp wordt beeindigd.” 

Verduurzaming is een proces dat de komende decennia aandacht zal moeten blijven krijgen. Welke rol kunnen/willen jullie daarin spelen?

“De dorpshuizen en ontmoetingsplaatsen is onze core business en dat willen we graag zo houden. We zijn nu betrokken geweest bij zo’n honderd plekken, maar die zal nog groeien. Liefst zou ik iemand willen aannemen die hier full-time mee bezig kan zijn.” Kan je iets zeggen over de samenwerkingen binnen het KlimOp project? “Ik heb wel meer ervaring in het samenwerken met de provincie, maar heb het contact met de KlimOp-organisatie als erg positief ervaren: korte lijnen en ik denk, ondanks dat de projecten natuurlijk nog niet helemaal afgerond zijn, goede resulataten. Het enige wat ik in de toekomst graag anders zou zien, dat is de kruisbestuiving tussen de andere stakeholders, dus het uitwisselen van informatie tussen ons en bijvoorbeeld de Monumentenwacht of de kerken.”