Jakobskruiskruid bevat pyrrolizidine alkaloïden (PA's). PA’s zijn niet direct giftig, maar worden in de lever van een dier omgezet in pyrrolen die wel giftig zijn. In grote hoeveelheden kunnen PA’s schadelijk zijn voor landbouwdieren zoals paarden en koeien. Een hoeveelheid tussen de 4% en 8% per kilo lichaamsgewicht leidt tot leverfalen en kan tot de dood leiden (Cheeke, 1984,).

Enkele oorzaken waardoor jakobskruiskruid (tijdelijk) toeneemt in het landschap:

  • Zaadverspreiding: jakobskruiskruid in de omgeving komt terecht in het perceel via zaadverspreiding. De meeste zaden vallen dicht bij de moederplant, zaad kan tot 50-100 meter ver kan gaan.
  • Beheerverandering: een omschakeling van intensief naar extensief beheer maakt de graszode dunner en brengt meer licht tot aan de bodem, waardoor meer plek ontstaat voor kruiden zoals jakobskruiskruid.
  • Grondverzet: kiemkrachtige zaadjes van jakobskruiskruid in de grond krijgen daglicht door woelende dieren (hoeven, mollen) of graafmachines, bijvoorbeeld bij de aanleg van nieuwe wegen.
  • Begrazing: grazers mijden het bittere jakobskruiskruid, waardoor het een voorsprong krijgt op grassen en eetbare kruiden.
  • Verwaarlozing: de combinatie van deze factoren met verwaarlozing kan leiden tot een toename van de plant.
Foto van jacobskruiskruidpluis
Jakobskruiskruidpluis. Foto: Manfred Richter

Gevolgen

In Nederland worden zelden bewezen meldingen gedaan van overleden dieren door jakobskruiskruid. In de Verenigd Koninkrijk is de plant ook algemeen en ook hier blijkt vergiftiging door kruiskruiden zelden voor te komen.
Uit onderzoek(eksterne keppeling)* blijkt dat er meestal vermoedens waren van een kruiskruid-vergiftiging, maar dat autopsie een andere uitkomst uitwees.