In de toekomst willen we graag met alle gebouwen van het gas af

Jelle Boonstra is duurzaamheidsadviseur bij Proloog, de stichting die 23 basisscholen in en rondom Leeuwarden onder z’n beheer heeft. Daarnaast heeft hij zijn eigen adviesbureau waarmee hij ook andere scholen van duurzaamheidsadvies voorziet. Ondanks die kennis en ervaring was het KlimOp-programma een welkome toevoeging.

Wat heeft KlimOp voor jullie gedaan? 

“Ik denk dat de hulp van KlimOp op precies het juiste moment kwam. We moesten al bezig met het opstellen van het Duurzaam Meerjarenonderhoudsplan, maar daarvoor moet je wel in beeld hebben wat voor voorzieningen je dan wilt treffen. Alleen daarbij heeft het programma ons al geholpen. Maar door het programma zijn we ook al kleine verbeteringen door gaan voeren, waarbij je vooral kunt denken aan het overstappen op LED-verlichting in veel van onze gebouwen, het isoleren van leidingen in de technische ruimtes en het waterzijdig inregelen van een aantal installaties. En omdat bij een paar locaties de cv-installatie technisch was afgeschreven, hebben we gekeken of we konden overstappen op een hybride warmtepompsysteem. Het zou al heel mooi zijn als we dat weten te realiseren, want all-electric is voor dat soort gebouwen, die vaak in de jaren tachtig zijn gebouwd en redelijk maar niet toereikend zijn geïsoleerd, te ingewikkeld.” 

Hebben jullie een DIHP, oftewel een Duurzaam Integraal Huisvestingsplan? Zo ja, hoe verliep het proces om dat op te stellen? 

“De gemeente Leeuwarden heeft ingenieursbureau ICS opdracht gegeven om zo’n DHIP op te stellen, dus een onderhoudsplan voor een termijn van zo’n twintig jaar, waar ze nu druk mee bezig zijn. Ze hebben met alle schoolbesturen interviews gehouden en voor al die scholen een factsheet, dus een document met alle belangrijke gegevens van een gebouw zoals het stichtingsjaar, de oppervlakte er op, opgesteld. Heel veel informatie die voor het opstellen van dat factsheet nodig was konden we zo uit het dashboard van KlimOp oplepelen.”

Waar zijn jullie in dat proces tegenaan gelopen? 

“We hebben in de interviews met ICS aangegeven waar onze prioriteiten liggen, wat we zelf graag willen met de gebouwen, maar uit die interviews is ons al wel duidelijk geworden dat het DHIP er straks wel kan zijn, maar dat het nog een hele klus wordt om de duurzame doelen gefinancierd te krijgen.” 

Hoe komt dat? 

“Wij zouden van een aantal scholen bijvoorbeeld graag het binnenklimaat willen verbeteren. Maar zulke ingrepen kosten veel geld. Geld dat voornamelijk door de gemeente opgebracht moet worden. Maar dat geld wordt ook weer door het Rijk ter beschikking gesteld. En die bedragen lopen terug. Dus het wordt echt een uitdaging om de verduurzaming vergoed te krijgen.” 

Welke ambities hebben jullie ten aanzien van de verduurzaming van jullie schoolgebouwen? Wat willen jullie de komende jaren? 

“We hebben de afgelopen jaren drie nieuwe schoolgebouwen gerealiseerd. In 2017 is bijvoorbeeld De Aventurijn geopend, daarmee zijn we toen als een van de eerste schoolgebouwen van het gas afgegaan. Daarna zijn we bij nog een paar gebouwen overgestapt van het een cv-ketel naar een allelectric-systeem. Dat gunnen we in de toekomst alle gebouwen die onder ons vallen, met een gezond binnenklimaat en een lage energierekening.” 

Bij de uitbreiding van de Olde Nije hebben jullie de school all-electric gemaakt. Kun je vertellen hoe dat proces is verlopen? 

“De Oldenije wordt nu verwarmd en eventueel gekoeld door middel van een VRF-systeem, iets dat normaal vaak voor kantoorpanden wordt ingezet, maar dat wij een aantal jaren terug, in samenwerking met een installateur, voor onze schoolgebouwen zijn gaan inzetten. Vroeger was de gemeente bouwheer als er een nieuw schoolpand moest komen, maar wij hebben op een bepaald moment besloten om die taak zelf op ons te nemen, waardoor we echt konden kiezen voor VRF, want dat was de eerste kwestie die uitgezocht hebben: wat is nou een goed installatiesysteem voor een school? Om daar achter te komen hebben we ook heel veel bestaande scholen bezocht. In het kort: het werkt op lucht, dus je kunt heel snel een pand verwarmen, koelen maar ook ventileren, én het is elektrisch. Vooral dat koelen is een grote plus: er zijn heel veel basisscholen die dat niet kunnen, waardoor de temperatuur in de klassen vaak flink kan oplopen. Maar een school als De Oldenije kan dus koelen, waardoor ik bijvoorbeeld vorig jaar een prachtig compliment van de directeur kreeg, namelijk dat de leraren liever op school bleven in plaats van naar huis gingen, omdat het er zo lekker koel was. Terwijl je in veel andere scholen op dat moment niet kon zijn, zo heet.” 

Maar je bent geen voorstander van de toepassing van bijvoorbeeld vloerverwarming? 

“Nee, dat is ongeschikt voor scholen. Vloerverwarming staat ingesteld op een vaste temperatuur en het kost veel tijd om er mee te variëren. Maar als ’s ochtends de kinderen binnekomen, dan nemen die ook weer allemaal warmte mee naar binnen, want dat zijn stuk voor stuk een soort kleine kacheltjes. Dus dan zou je de vloerverwarming naar beneden moeten brengen. VRF is dan veel makkelijker, dat breng je zo omlaag of omhoog. En het mooie ervan is ook dat je het per ruimte kunt regelen. Dus je zou, mocht je dat willen, een ruimte kunnen koelen en een ruimte die daarnaast is kunnen verwarmen. En dat gaat met andere schoolgebouwen vaak mis, dat ze de temperatuur per ruimte niet kunnen regelen en dat er veel verschil in temperatuur is tussen de ruimtes die aan de noord- of zuidkant gelegen zijn.” 

Hoe is het aardgasvrij maken van De Oldenije in z’n werk gegaan? 

“Het belangrijkste was dat we er voor moesten zorgen dat er genoeg stroom beschikbaar zou zijn, want ook toen was er al een probleem met de stroomvoorziening in de stad. We zijn in gesprek gegaan met de stad en met Liander en dat heeft er toen in geresulteerd dat we een extra transformatorhuisje dichtbij de school mochten plaatsen. Veel werk, maar het heeft een flinke besparing opgeleverd. En milieutechnisch: we moeten in 2020 ‘Paris Proof’ zijn, maar de Oldenije voldoet daar nu al aan.” 

Welke uitdagingen zie jij bij het behalen van de klimaatambities voor de onderwijsportefeuille? 

“Ik denk dan toch vooral aan twee zaken: geld, dus de beschikbare financiën om te verduurzamen, en op de tweede plaats de mankracht, dus vakmensen die al die ambities kunnen inlossen. Ze hebben het allemaal smoordruk. Het grootste obstakel blijft echter geld. Zo zijn we nu met de verduurzaming van de Vossenburcht bezig, een monumentaal pand. Daar hadden we een begroting voor van anderhalf miljoen, maar we zitten nu al op 2,3 miljoen. En dan moet je dus keuzes maken en bijvoorbeeld toch een hybride-systeem in plaats van full-electric, want we kunnen niet alles doen. Dus mijn boodschap aan de politiek is dus dat er veel meer geld bij moet. Want ze roepen wel van alles, maar het kan op deze manier niet betaald worden.”