Waar zorgen de Beleidsregels geur voor?

De Beleidsregels geur zorgen voor een transparant afwegingskader voor geursituaties en richten zich op het voorkomen van hindersituaties. Volgens het rijksbeleid bepalen de gemeentelijke en provinciale bevoegde gezagen wat voor een bepaald gebied een aanvaardbaar hinderniveau is. Er bestaan voor geur dan ook geen algemeen geldende normen. Het is daarom van belang over een toetsingskader te beschikken waarmee toekomstige hindersituaties kunnen worden voorkomen.

Het beleid, zoals vastgelegd in de Beleidsregels geur(eksterne keppeling), heeft de volgende hoofdkenmerken:

  • De regels richten zich op het voorkomen van toekomstige hindersituaties;
  • Er is een toetsingskader waarmee de analyse en beoordeling van een geursituatie plaatsvindt. Het toetsingskader stelt geen norm, maar omvat een afwegingstraject dat wordt afgebakend door een grens- en streefwaarde, met daartussenin een richtwaarde:
  • Het afwegingstraject verschilt voor bestaande en nieuwe situaties. Zo wordt invulling gegeven aan het uitgangspunt om nieuwe hindersituaties te voorkomen;
  • De waarden van het toetsingskader worden mede bepaald door het geurtype (de mate van aangenaamheid) en de functie van het belaste gebied, en omschrijven grenzen voor zowel continue geurbronnen als bronnen met piekemissies of emissies die zelden optreden.