Als die laadpaal er komt, is het helemaal kassa
Na een advies van KlimOp transformeerde dorpshuis De Buorkerij in Terherne van een tochtig pand naar een goed geïsoleerde ruimte. Waar in de toekomst misschien zelfs winst mee te maken is. “Eerst leek het wel alsof er helemaal geen ramen in zaten.”
De Buorkerij, het dorpshuis van het ‘kameleondorp’ Terherne, is een prachtig pand dat al jaren gebruikt wordt voor allerlei activiteiten: de dorpsbewoners komen er samen om te kaarten, te koersballen, te line-dancen. Nu blijft het bloed bij die laatste twee activiteiten wel pompen, maar waren vooral de zittende activiteiten in De Buorkerij lange tijd geen onverdeeld genoegen, want het tochtte er gruwelijk. Via de stalramen, via de deuren, via het slecht geïsoleerde dak: overal kwam de koude lucht naar binnen. De dames van de plaatselijke handwerkvereniging breiden een dikke wollen slang in elkaar om de ergste kieren te vullen, maar ook dat bleek niet afdoende: wie in de herfst- en wintermaanden een avond in De Buorkerij door wilde brengen moest de cv-ketel laten loeien als dolle stier, want alle warme lucht had het pand in een vloek en een zucht al weer verlaten.
Gelukkig veranderde die situatie de afgelopen vijf jaar danig. Henk Haan, bestuurslid van de dorpsvereniging van Terherne, praat er met de nodige trots over. “Kijk eens om je heen”, zegt hij in de grote zaal van De Buorkerij, “vijf jaar terug zag het er hier niet uit. Ouderwets ossenrood geschilderd interieur en in de goten zat het vol met zwammen. Onderhoudsklussen had men al die tijd met lapwerk opgevuld.” Onder Haans enthousiaste leiding werden er esthetische en functionele verbeteringen doorgevoerd, zoals de bouw van een splinternieuwe bar, maar veel belangrijker nog: de verduurzaming van het pand. Via het KlimOp-programma kwam hij in aanraking met Jelte Pars, verduurzamingscoach van Middelsee advies & consultancy. Haan schrok zich een hoedje. “Pars liep hier de eerste keer rond met een infraroodcamera, waarmee je precies kon zien waar de tocht vandaan kwam. Nou, het leek wel alsof er helemaal geen ramen ín zaten.”
De grootste winst viel echter te behalen in de isolatie van het dak. Dat was nog op een ouderwetse manier geïsoleerd, met een laag stro. Haan: “Daar heb je niet veel aan. De gestookte warmte waait er zo door naar buiten. Daar viel dus de grootste klap te maken, want de isolatie van de vloer of van de spouw bleek niet mogelijk. In september dit jaar is het complete verduurzamingsplan uitgevoerd en is het dak en de hoeken van het gebouw met 18 centimeter dik isolatiemateriaal aan de moderne tijd aangepast. Ook de isolatie van de ramen en deuren werd aangepast, waardoor er al stukken minder hard gestookt zal hoeven te worden.
Maar Haan, die een achtergrond als ondernemer heeft en een neusje voor kansen, liet het niet bij isoleren alleen. “We wilden, zeker toen de energieprijzen de afgelopen jaren de lucht in schoten, niet langer volledig afhankelijk zijn van energieleveranciers. We hebben een expert laten langskomen om te bepalen of er ook zonnepanelen op het dak konden staan, maar die kwam na een lang rapport helaas tot de conclusie dat er door de zwakte van het dak nog geen één paneel op mocht liggen.” Maar op het veel nieuwere dak van een bijgebouw van De Buorkerij mocht dat gelukkig wél, waardoor er nu, mede door een subsidie van 30.000 euro van het Iepen Mienskipsfûns, 23 zonnepanelen op de zogeheten hûskeamer prijken: meer dan voldoende om genoeg stroom op te wekken voor het pand. En wat over is, dat wil Haan misschien in de toekomst wel aan gaan bieden via een laadpaal met twee stekkers voor de auto. “Wij wekken de meeste stroom op in de lente en de zomer, en dat is dan ook net de tijd waarop hier in Terherne de meeste toeristen zijn. Die natuurlijk ook vaak met de elektrische auto komen. Niet iedereen in de vereniging ziet die plannen zit