Landbouwverkeer
Fryslân is een agrarische provincie met veel landbouwverkeer. In sommige gevallen mag landbouwverkeer gebruik maken van de hoofdrijbaan. Als er op die weg een inhaalverbod geldt, dan kan het landbouwverkeer niet worden ingehaald.
Op een aantal provinciale wegen mag landbouwverkeer gebruik maken van de hoofdrijbaan. Op andere wegen mag dit juist niet en rijdt landbouwverkeer over de naastgelegen parallelweg of over de gemeentelijke wegen in het gebied. Op weer andere wegen mag landbouwverkeer op de hoofdrijbaan waar een inhaalverbod geldt, met uitzondering van landbouwverkeer. Op deze pagina vind je informatie over maatregelen voor het landbouwverkeer:
Plaats op de weg landbouwverkeer
Om te beoordelen of landbouwverkeer op de hoofdrijbaan mag rijden wordt gekeken naar:
- De functie van de weg
- Het aantal uitritten
- Inrichting en vorm van de weg
De functie van de weg
Provinciale wegen kunnen verschillende functies hebben. We onderscheiden er twee: een stroomfunctie en een gebiedsontsluitingsfunctie. Als de weg een zogeheten ‘stroomfunctie’ heeft, dan is landbouwverkeer niet toegestaan. Vaak zijn deze wegen ingericht als autoweg waar 100 kilometer per uur mag worden gereden. Een autoweg is te herkennen aan de groene asstreep. Als de weg een ‘gebiedsontsluitingsfunctie’ (80 km/uur) heeft, dan hangt het van de verkeersintensiteit af of landbouwverkeer op de hoofdrijbaan mag rijden. Bij drukke wegen geeft landbouwverkeer teveel oponthoud. Daardoor kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan bij het inhalen van deze voertuigen. Langzaam rijdend- en landbouwverkeer is op deze wegen verboden. Bij minder drukke wegen rijdt het landbouwverkeer op de hoofdrijbaan. De veiligheid op de parallelweg of gemeentelijke wegen neemt daardoor toe voor (brom)fietsers en weggebruikers in de bebouwde kom.
Aantal uitritten
De bereikbaarheid van dorpen, steden en gebieden is belangrijk. Daarom wordt bij de afweging of landbouwverkeer op de hoofdrijbaan mag rijden, ook gekeken naar het aantal uitritten langs de hoofdrijbaan. Uitritten zorgen voor afslaand verkeer en hebben een negatieve invloed op de doorstroming van het verkeer. De kans op ongevallen door uitritten is groter. Bij wegen met veel uitritten rijdt het landbouwverkeer daarom op de parallelweg. Het streven van de provincie is het aantal uitritten zoveel mogelijk te beperken.
Inrichting en vorm van de weg
Tot slot heeft ook de inrichting en de vorm van de weg invloed op landbouwverkeer op de weg. Veel bochten in een weg maakt inhalen bijvoorbeeld gevaarlijk. Ook bomen kunnen het zicht op de weg belemmeren. Het kan betekenen dat er dan een algeheel inhaalverbod geldt en dus ook landbouwvoertuigen niet ingehaald mogen worden.
Landbouwpasseerstrook
Een landbouwpasseerstrook is een strook naast de weg die landbouwverkeer moet gebruiken om het overige verkeer voorbij te laten gaan. Een landbouwpasseerstrook mag alleen worden gebruikt door landbouwverkeer. Wegen met een verbod voor landbouwvoertuigen kunnen worden opengesteld voor dit verkeer door de aanleg van een landbouwpasseerstrook. Ook worden er landbouwpasseerstroken aangebracht op wegen waarop landbouwverkeer al is toegestaan. Het doel is het verbeteren van de verkeersveiligheid. Dit is nodig door bijvoorbeeld toegenomen verkeer of door het ontbreken van alternatieve routes voor landbouwverkeer.

Wat betekent een landbouwpasseerstrook voor het verkeer?
Overig verkeer kan landbouwverkeer veilig inhalen door een landbouwpasseerstrook. Een landbouwvoertuig moet deze strook gebruiken en kan daarna weer veilig invoegen op de hoofdrijbaan, zonder het overige verkeer daarbij te hinderen. Dit kan alleen als een landbouwpasseerstrook op de juiste manier wordt gebruikt. Een landbouwpasseerstrook zorgt voor een betere doorstroming van het verkeer.
Hoe werkt een landbouwpasseerstrook?
Een landbouwpasseerstrook werkt het beste als het overige verkeer het landbouwverkeer kan inhalen. Vervolgens kan het landbouwverkeer zonder veel af te remmen weer veilig invoegen op de hoofdrijbaan. De lengte van een landbouwpasseerstrook is dus afhankelijk van de hoeveelheid verkeer op de weg. Meestal worden landbouwpasseerstroken na een rotonde aangelegd. Bij een rotonde liggen de snelheden aanmerkelijk lager waardoor er ruimte ontstaat in de verkeersstroom zodat landbouwvoertuigen veilig en ongehinderd in kunnen voegen op de hoofdrijbaan.
Inhaalverbod
Bij de inrichting van wegen hanteert de provincie daarom het principe ‘duurzaam veilig verkeer’. Dit betekent dat wegen op een bepaalde manier worden ingericht om ongevallen zoveel mogelijk te voorkomen. Inhalen geeft kans op ongevallen. Door fysieke barrières te plaatsen is inhalen niet mogelijk. Een voorbeeld van zo’n fysieke barrière is een vangrail op een autosnelweg, waarbij verkeer uit tegengestelde richting van elkaar wordt gescheiden. Een alternatief om verkeer te scheiden is een dubbele doorgetrokken asstreep op de weg. Als er op die weg een inhaalverbod geldt, dan kan het landbouwverkeer niet worden ingehaald. Het inhaalverbod zorgt voor meer verkeersveiligheid, maar verslechtert de doorstroming van het overige verkeer.
9-1 streep
Om de doorstroming van het verkeer op een veilige manier te bevorderen past de provincie een zogenaamde 9-1 streep toe. De 9-1 streep is een doorgetrokken asstreep van 9 meter lang met één meter onderbreking (9 meter doorgetrokken streep – 1 meter geen streep). De boodschap van de asstreep voor het scheiden van tegemoetkomend verkeer blijft gelijk. Er geldt nog steeds een inhaalverbod, maar dit verbod geldt niet voor het inhalen van landbouwverkeer. Verkeersborden langs de weg ondersteunen de boodschap van de 9-1 streep.

Op dit moment zijn er twee provinciale wegen waar bekend is dat er een 9-1 streep toegepast wordt. Dat gaat om de provinciale weg tussen Leeuwarden en Stiens (N357) en de Skieding, de provinciale weg tussen de A7 (Frieschepalen) en de rotonde bij de Surhuisterveen (Groningerstraatweg). Momenteel bekijkt de provincie Fryslân welke provinciale wegen mogelijk meer in aanmerking komen voor een 9-1 streep. Eind 2019 zullen hier verkeersbesluiten over genomen worden. In het voorjaar van 2020 zal deze markering aangebracht worden op de daartoe aangewezen wegen.